Fuel Type: Electric Vehicle (BEV)

Wat belooft de toekomst voor EV-accu’s?

Nu bestuurders overstappen van verbrandingsmotoren naar elektrische voertuigen (EV’s), groeien de verwachtingen voor geavanceerdere technologie. De huidige accu’s voldoen voor veel pioniergebruikers, maar er is ontwikkeling nodig om een grotere markt aan te spreken.

Autovista24’s speciale inhoudsredacteur Phil Curry sprak met Doron Myersdorf, CEO en medeoprichter van StoreDot, om uit te zoeken hoe de huidige accutechnologie de markt beïnvloedt en wat er wordt gedaan om nieuwe geavanceerde energieopslagunits te creëren. Het tweetal besprak de huidige staat van de EV-markt, de technologische ontwikkeling van de startup en hoe snelladen de verkoop in de toekomst zal stimuleren.

Abonneer je op de Autovista24 podcast en beluister eerdere afleveringen op Apple, Spotify, Google Podcasts en Amazon Music.

Samenvatting tonen

Het Israëlische bedrijf StoreDot werkt aan nieuwe materialen en systemen voor EV-accu’s. De ontwikkelingen van de startup betekenen dat nieuwe accu’s binnen enkele minuten kunnen worden opgeladen, waardoor een van de belangrijkste barrières voor het gebruik van EV’s, oplaadangst, wordt weggenomen. Het bedrijf wil een ervaring bieden die vergelijkbaar is met het tanken van een benzine- of dieselauto, waardoor kopers van EV’s meer gemak zullen ervaren.

“Snelladen, of extreem snel opladen (XFC) waaraan we nu werken, vereist een laadstation dat 350 kW kan leveren en een accu die dit vermogen in korte tijd aankan, zonder veiligheidsproblemen of opwarmingsproblemen”, aldus Myersdorf. “Dit vereist een nieuwe accutechnologie en een infrastructuur die zich parallel daaraan kan ontwikkelen.

De ontwikkelingen van StoreDot vervangen het grafiet aan de anodezijde van de accu door nanodots. Deze kunnen veel sneller opladen dan de huidige grafietstructuren. Nanodots kunnen de laadsnelheid tot een factor 10 verhogen door het oppervlak van het materiaal te vergroten en de interactie tussen ionen te vergemakkelijken.

Het proces is niet zo eenvoudig als het plaatsen van nieuwe materialen in een accu, er zijn ook andere overwegingen. “Temperatuur speelt een grote rol bij accu’s, vooral als je snel oplaadt, dan is de stroom veel groter”, voegt Myersdorf toe. “We hebben het dus over honderden ampères die in het voertuig worden gepompt en we moeten ervoor zorgen dat het juiste koelsysteem daaromheen wordt geplaatst.”

De afgelopen jaren is StoreDot sterk gegroeid en het bedrijf test zijn accutechnologie nu met verschillende autofabrikanten voordat de plannen de volgende fase ingaan. Dit omvat het ontwerp van voertuigen waarbij de accu centraal staat en de garantie dat alle tests van het pakketsysteem, en niet alleen de cellen, zijn voltooid. Deze doelstelling wil het bedrijf volgend jaar halen.

Met beter ontwikkelde accu’s die sneller kunnen opladen en langer meegaan, zal er ook een voordeel zijn voor de markt van tweedehands EV’s. Bestuurders die willen overstappen, maar zich geen nieuw voertuig kunnen veroorloven, weerhouden zich misschien door de mogelijke achteruitgang van oude accu’s. Maar met nieuwe technologie kan de aandrijfeenheid na enkele jaren nog steeds even efficiënt zijn als een ICE-voertuig, waardoor nog een mogelijk obstakel voor de overstap wordt weggenomen en EV’s langer op de weg blijven.

De ontwikkeling van accu’s zal in de toekomst waarschijnlijk een belangrijk onderdeel zijn van de auto-industrie en startups zoals StoreDot zullen daarbij een sleutelrol spelen. Deze bedrijven zullen moeten samenwerken met gevestigde spelers om de algehele EV-markt te verbeteren en handige opties te bieden aan zowel consumenten als bedrijven.

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.

Prijsverlagingen hebben invloed op de elektrificatie van auto’s, het merkimago en de waardebepaling

Toen Tesla aankondigde dat het de catalogusprijs van haar modellen wereldwijd zou verlagen, veroorzaakte dat een aanzienlijke reactie van de industrie. Tom Geggus, adjunct-redacteur bij Autovista24  onderzoekt de mogelijke effecten samen met dr. Christof Engelskirchen, hoofdeconoom bij Autovista Group, en Andreas Geilenbruegge, hoofd waarderingen en inzichten bij Schwacke (deel van Autovista Group).

Samenvatting

Er zijn verschillende redenen waarom fabrikanten de prijzen van elektrische voertuigen op accu’s (BEV’s) zouden kunnen verlagen. Ten eerste blijft hun marktaandeel stijgen.µ Het aantal ingeschreven BEV’s haalde in 2022 de dieselmodellen in, met een Europees marktaandeel van respectievelijk 14% en 14,5%.

Deze cijfers zijn grotendeels te danken aan de early adopters die in de technologie investeerden. Maar er zal zeker een kantelpunt worden bereikt wanneer alle early adopters hun BEV hebben gekocht en de massamarkt moet volgen. Omdat de rentes aan het stijgen zijn, is het logisch dat ervoor moet worden gezorgd dat BEV’s aantrekkelijk zijn voor een groter aantal consumenten met een lager prijskaartje.

Veel media signaleerden het begin van een prijzenoorlog na de aankondiging van Tesla. Niet lang na die aankondiging verlaagde Ford de prijs van de Mustang Mach-E in de VS. Niet alle autofabrikanten waren het hier echter mee eens. Oliver Blume, CEO van Volkswagen (VW) Group, weigerde zich in de strijd te mengen.

Ondertussen doen nieuwe merken uit Azië hun intrede op de Europese markten, met betaalbare voertuigen en geavanceerde technologieën. Dit kan er ook toe leiden dat gevestigde merken hun catalogusprijzen gaan aanpassen. Maar deze bedrijven zullen ook rekening moeten houden met hun merkimago wanneer ze de prijzen verlagen. Als autofabrikanten aan de hand van nieuwe prijsstrategieën willen overstappen van het topsegment naar de massamarkt, dan zal de publieke perceptie veranderen.

De aangepaste catalogusprijzen zullen niet alleen een invloed hebben op nieuwe voertuigen, maar ook op gebruikte modellen. Voor de rechtstreeks vergelijkbare modellen zal de grootste verandering duidelijk zijn in de absolute restwaarden. Het kan dan gaan om zeer jonge gebruikte modellen, demowagens of huurauto’s. Dit effect zal ook de oudere modellen bereiken, alleen dan in een langzamer tempo. “Het is nog steeds verstandiger om de transactieprijs te veranderen dan om hoge kortingen aan te bieden”, legt Engelskirchen uit.

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.

Autobouwers doen mega-investeringen in de Europese productie van elektrische voertuigen

De overstap naar elektrische voertuigen vereist aanzienlijke investeringen van autobouwers om hun productievestigingen te moderniseren, klaar voor een geëlektrificeerd Europa. Dit soort uitgaven is cruciaal voor bedrijven om hun ambitieuze doelstellingen op het vlak van elektrificatie te behalen, waarvoor dan weer een aanzienlijke verkoop van elektrische voertuigen nodig is. 

Autobouwers hebben het steeds vaker over klimaatstrategieën, waaronder verkoopdoelstellingen voor elektrische voertuigen, geen uitlaatgassen meer en koolstofreductie of -neutraliteit.  

Drie Europese autobouwers die onlangs hun strategie voor elektrische voertuigen aankondigden, zijn Mercedes-Benz, Volvo en Stellantis. De bedrijven voeren de productie van elektrische voertuigen op om de algemene winstgevendheid te behouden en te voldoen aan de komende regelgeving die het einde zal inluiden van nieuwe auto’s met verbrandingsmotor in de EU tegen 2035. 

Mercedes-Benz pusht elektrische voertuigen 

Mercedes-Benz zit midden in een herstructurering van zijn strategie en focust nu op hoger geprijsde luxeauto’s om de winst op te trekken. De fabrikant is van plan om zijn productportfolio te upgraden en goedkopere modellen te laten vallen omdat hij van plan is om tegen 2030 volledig elektrisch te gaan rijden, of toch waar de markt dit toelaat.   

Het management en de werknemersvertegenwoordigers bereikten onlangs een consensus over de toekomstige productieopzet van het bedrijf. De premium autobouwer past zijn productievestigingen aan om tegemoet te komen aan een nieuwe reeks luxueuze elektrische voertuigen en om belangrijke plaatsen toekomstbestendig te maken. In totaal wil de Duitse fabrikant de CO2-uitstoot per personenauto halveren tegen het einde van dit decennium. 

“Wij zijn klaar voor de snelle opschaling van het aantal elektrische voertuigen,” zei Jörg Burzer, lid van de raad van bestuur van Mercedes-Benz Group, productie en toeleveringsketen. “Met de nieuwe productieopzet vergroten we onze flexibiliteit en efficiëntie verder en stellen we de toekomst van onze locaties veilig.” 

Drie Duitse fabrieken in Sindelfingen, Bremen en Rastatt, en een Hongaarse vestiging in Kecskemét, zullen vanaf 2025 beginnen nieuwe modellen te maken in de topsegmenten luxe, core luxury en entry-luxe. 

In het kader van zijn businessplan voor 2022-2026 investeert het bedrijf meer dan 2 miljard euro in Europese productievestigingen – een stap die de werkgelegenheid zal helpen verzekeren en een nieuw tijdperk zal inluiden van elektrische platformen van de volgende generatie. 

Het bedrijf zei dat zijn fabrieken voertuigen met verschillende aandrijflijnen op één enkele productielijn zou kunnen produceren. Dit niveau van flexibiliteit is een belangrijke troef, omdat dit het mogelijk maakt om de productie op korte termijn aan te passen. 

Mercedes-Benz wil ook de batterijproductie van elektrische voertuigen lokaal houden en zegt dat dit een “belangrijke succesfactor” is voor zijn elektrificatiestrategie. Elektrische batterijen voor de elektrische EQ-modellen van het bedrijf worden geleverd door een wereldwijd netwerk voor batterijproductie op drie continenten. 

Volvo breidt zijn Europese productie uit 

Volvo is één van de meest uitgesproken autobouwers als het gaat om de productie van elektrische voertuigen. De Zweedse fabrikant gaat tegen 2030 volledig elektrisch rijden – en in tegenstelling tot Mercedes-Benz zullen er geen uitzonderingen zijn. 

De autobouwer zal zijn derde Europese fabriek bouwen in Slowakije, waar het enkel elektrische auto’s zal bouwen. De fabriek zal klimaatneutraal zijn, als aanvulling op de andere Europese vestigingen van Volvo in België en Zweden. Volvo zal in totaal 1,2 miljard euro investeren in de Slowaakse fabriek.   

“Uitbreiding in Europa, onze grootste verkoopregio, is een must voor onze overstap naar elektrificatie en verdere groei”, aldus Jim Rowan, chief executive van Volvo Cars. 

De bouw van de fabriek in Kosice moet in 2023 van start gaan en de serieproductie van de volgende generatie volledig elektrische Volvo’s moet in 2026 beginnen. Voor Slowakije is dit een uitstekende investering, die nieuwe werkgelegenheid creëert en ook de concurrentiepositie van het land in de autowereld helpt op te krikken. 

De vestiging zal tot 250.000 auto’s per jaar kunnen produceren en zal enkele duizenden nieuwe jobs in de regio creëren. Het is zeker geen kleine inspanning, want de fabriek in Kosice wordt Volvo’s eerste nieuwe Europese fabriek in bijna 60 jaar. 

De Zweedse fabriek in Torslanda werd geopend in 1964, terwijl de Belgische fabriek in Gent een jaar later de deuren opende. Samen kunnen de drie vestigingen 600.000 auto’s per jaar produceren, en dit zal de ruimere jaarlijkse verkoopdoelstellingen van Volvo ruggensteunen. Tegen 2025 wil de Zweedse fabrikant 1,2 miljoen auto’s per jaar verkopen. 

Stellantis investeert €2 miljard in Frankrijk 

Stellantis komt ook op snelheid als het gaat om elektrificatie. De autogigant heeft sinds 2018 meer dan 2 miljard euro geïnvesteerd in zijn Franse productievestigingen om de belangrijke producerende fabrieken daar te transformeren. Het bedrijf streeft tegen 2030 naar een verkoopmix van 100% elektrische personenauto’s op batterijen in Europa. 

Bron: Stellantis 

Tot nu toe hebben de autobouwer en verschillende joint venturepartners 150 miljoen euro in de faciliteiten van Trémery-Metz geïnjecteerd om de productie van aandrijflijnen voor elektrische voertuigen op batterijen en hybrides te upgraden. Trémery was ooit één van de grootste dieselfabrieken ter wereld, maar is nu de eerste fabriek van Stellantis die elektrische motoren produceert. 

In Metz focust Stellantis op de productie van geëlektrificeerde versnellingsbakken met dubbele koppeling. Verwacht wordt dat de productiecapaciteit tegen 2024 zal stijgen tot 600.000 dergelijke versnellingsbakken voor de hybride portefeuille van het merk. 

“Trémery-Metz is een uitstekend voorbeeld van hoe wij onze productietransformatie aan de dag leggen, zowel in Frankrijk als in onze activiteiten wereldwijd”, aldus Carlos Tavares, CEO van Stellantis. “Wij hebben nu een nieuwe wereldwijde waardeketen op poten gezet met betrouwbare partners, waaronder vijf gigafabrieken, om onze wereldwijde batterijstrategie voor elektrische voertuigen te ondersteunen en onze Dare Forward 2030-doelstellingen een duwtje in de rug te geven.”   

Aangezien de fabrikant blijft investeren in zijn elektrische toekomst, werkt hij nauw samen met de vakbonden en de sociale partners in Frankrijk en biedt hij zijn werknemers permanente opleiding en bijscholing. Maar de vrees voor jobverlies is reëel omdat de productie van elektrische voertuigen minder werkuren vereist, wat tot een inkrimping van het personeelsbestand zou kunnen leiden. 

Eerder dit jaar waarschuwden de vakbonden dat Stellantis in Frankrijk tot 1400 jobs zou kunnen schrappen bij de transformatie van vestigingen om de elektrificatiedoelen te halen. In Duitsland maken de werknemers van Ford zich ook zorgen over hun job nu de Amerikaanse fabrikant de activiteiten herstructureert om zijn elektrische ambities waar te maken. 

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.

Mercedes-Benz en BMW vergroten het bereik van hun elektrische auto’s

Twee autogiganten vergroten het bereik van hun elektrische auto’s verder dan ooit. De ultra-efficiënte Mercedes-Benz Vision EQXX concept car voltooide onlangs een rit van 1202 km op één lading, van het Duitse Stuttgart naar het Britse Silverstone racecircuit. 

Ondertussen wil BMW het bereik van zijn elektrische SUV, de iX, optrekken tot 965 km. Daarvoor sloot het bedrijf een overeenkomst met energieopslagbedrijf Our Next Energy (ONE). De Gemini-batterij met dubbele chemie van ONE vergroot niet alleen het bereik van de iX, maar helpt ook de afhankelijkheid van nikkel, kobalt, lithium en grafiet terug te schroeven. 

Meer dan 1000 km op één lading 

Bron: Mercedes-Benz 

De Vision EQXX is erin geslaagd zijn eigen record van 1008 km op één lading, dat in april van dit jaar werd gevestigd, te overtreffen door van Stuttgart naar Cassis aan de Franse kust aan de Middellandse Zee te rijden. Tijdens zijn laatste roadtrip legde het onderzoeksvoertuig de lat hoger, namelijk op 1202 km, om zijn doeltreffendheid te bewijzen. Het elektrische voertuig op batterijen kon een gemiddeld verbruik van 8,3 kWh/100km halen, zelfs bij druk verkeer en hoge temperaturen van 30 graden. 

Dit was absoluut te danken aan het thermisch beheersysteem, dat uiterst klein en licht is, omdat de elektrische aandrijving minimale afvalwarmte genereert. Luchtroosters, koelkleppen en pompen zorgden voor een efficiënte temperatuurbalans tegen minimale energiekosten. De Vision EQXX gebruikt een koelplaat in de vloer en de luchtstroom onder de batterij om koel te blijven. 

“De Vision EQXX heeft nogmaals bewezen dat hij vlotjes meer dan 1000 km op één lading kan afleggen, deze keer onder heel andere omstandigheden”, vertelt Markus Schäfer, lid van de raad van bestuur van Mercedes-Benz Group, chief technology officer en verantwoordelijk voor ontwikkeling en aankoop. 

“Aangezien Mercedes-Benz volledig elektrisch wil gaan tegen 2030 – waar de markt dat toelaat – is het belangrijk om de wereld te tonen wat er daadwerkelijk kan worden bereikt door een combinatie van geavanceerde technologie, teamwerk en vastberadenheid”, voegde Schäfer eraan toe. 

Het verleden ontmoet de toekomst 

Bron: Mercedes-Benz 

De rit van de elektrische auto over 1202 km was geen klein bier. Over de Duitse autobahn, over de Franse grens bij Straatsburg, door Noord-Frankrijk naar Calais, nam de Vision EQXX ook de Eurotunnel. Van daaruit reed de auto rond Londen, met een tussenstop bij het hoofkantoor van de Mercedes-Benz Grand Prix in Brackley. Daar stonden de Formule 1- en Formule E-experts te wachten die de aandrijflijn hielpen ontwikkelen. 

Daarna ging het verder naar Silverstone, om Mercedes Formule E-wereldkampioen Nyck de Vries te ontmoeten. Hij reed 11 rondes over het circuit en gebruikte de laatste lading in de pitstraat. De racer maakte het het onderzoeksvoertuig niet makkelijk en haalde de maximumsnelheid van 140 km/u. 

“Het was een echt plezier om met de Vision EQXX te rijden. Ik weet wat dit team kan en het was een hele eer om met zo’n geweldige auto op zo’n historisch circuit te rijden”, aldus De Vries, en hij voegde eraan toe: “En ik kan u vertellen dat het interieur beslist een stuk luxueuzer is dan de cockpit van een Formule E-auto.” 

Hoewel de rit indrukwekkend was, bewijst de efficiëntie van de Vision EQXX wat er allemaal mogelijk is met een elektrisch voertuig op batterijen. Door twee dagen 14 en een half uur te rijden en een gemiddelde snelheid van 83 km/u te halen, geeft het ontwerp van de efficiënte elektrische auto een voorsmaakje van wat ooit mogelijk zou kunnen zijn voor modellen in de massaproductie. 

Groter bereik en duurzaamheid 

Als het gaat om elektrische auto’s die op en top gebruiksklaar zijn voor de consument, ging de iX van BMW in juli vorig jaar in productie in de fabriek in Dingolfing. Het officiële WLTP-bereik van de standaard xDrive 40 versie bedraagt 425 km. Met de hulp van ONE hoopt de autobouwer het bereik van de iX echter te vergroten tot 965 km. Met een prototype dat aan het eind van het jaar wordt verwacht, hoeven we niet zo heel lang meer te wachten. 

“Wij hebben er vertrouwen in dat dit, gezien de economische levensvatbaarheid, commerciële mogelijkheden en strategieën kan creëren om de batterijtechnologieën van ONE te integreren in modellen van onze toekomstige elektrische productlijn” aldus Jürgen Hildinger, hoofd nieuwe technologieën & hoogspanningsopslag van BMW Group. 

Maar het is niet alleen het bereik waarin de batterij van de ONE het model ten goede lijkt te komen. Omdat het belangrijk is om elektrische voertuigen op batterijen duurzaam te houden, vermindert de Gemini-technologie met dubbele chemie het lithiumgebruik met 20%, het grafietgebruik met 60% en de nood aan nikkel en kobalt. 

 “Naarmate het gebruik van elektrische voertuigen op batterijen toeneemt, leren bestuurders dat de prestaties van de batterij onder reële omstandigheden aanzienlijk kunnen afnemen. Veel voorkomende situaties zoals snelheid aanhouden op de snelweg, winterse temperaturen, beklimmingen, slepen, of een combinatie van alle vier, vormen een uitdaging voor elektrische voertuigen. We zijn van plan twee keer zoveel energie in de batterijen te stoppen, zodat elektrische voertuigen vlot lange afstanden kunnen afleggen in reële omstandigheden”, aldus Mujeeb Ijaz, oprichter en CEO van ONE. 

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.

Renault overweegt plannen om onderdeel elektrische voertuigen af te splitsen

Renault overweegt zijn activiteiten op het gebied van elektrische voertuigen af te splitsen van zijn activiteit in verbrandingsmotoren. Deze stap zou de onderneming kunnen helpen om haar concurrentiepositie te versterken. 

De Franse fabrikant zei dat het mogelijkheden onderzoekt om een entiteit op te richten voor elektrische voertuigen en software in Frankrijk, die tegen 2023 10.000 werknemers zou kunnen tellen. Zijn activiteiten in verbrandings- en hybride motoren zouden worden gebundeld via de hoofdactiviteit buiten Frankrijk. 

Renault koestert gedurfde ambities voor de elektromobiliteit in Europa en wil tegen het einde van het decennium – vijf jaar vóór de EU de voertuigen met een verbrandingsmotor wil uitfaseren – een 100% elektrisch merk voor personenauto’s zijn. 

Elektrische activiteit en IPO 

Om de overgang naar elektrische voertuigen te versnellen, heeft Renault “de strategische keuze gemaakt om de productie van de belangrijkste onderdelen van de waardeketen voor elektrische mobiliteit in Frankrijk te vestigen. Dit illustreert de vastberadenheid om hoogtechnologische activiteiten te ontwikkelen op markten met een groot potentieel en om zich te positioneren als marktleider op het gebied van elektrische auto’s in Europa.” 

De afsplitsing van zijn elektrische activiteit zou een mogelijke beursnotering van de eenheid kunnen inhouden. 

Een woordvoerder van Renault vertelde Autovista24 dat “alle opties op tafel liggen”, maar de autobouwer heeft nog niet besloten of de afsplitsing van zijn elektrische activiteiten een beursintroductie inhoudt. Meer details zullen worden bekendgemaakt op de marktdag van Renault in de herfst. De autobouwer bestudeert echter “alle zakelijke opties” als het gaat om een beursnotering, aldus de woordvoerder. 

Activiteiten op het gebied van verbrandings- en hybride motoren 

Terwijl de EU ernaar streeft om voertuigen met een verbrandingsmotor de komende tien jaar te bannen, zal er op andere internationale markten vraag blijven naar auto’s die op fossiele brandstoffen rijden. Renault overweegt dus zijn activiteiten op het gebied van verbrandings- en hybride motoren en transmissies buiten Frankrijk te bundelen binnen een specifieke entiteit. 

“Renault Groep is ervan overtuigd dat hybride en plug-inhybridevoertuigen belangrijke langetermijnvooruitzichten en afzetmogelijkheden hebben in Europa en op de internationale markten, en dat de technologieën, zoals E-Tech, echte katalysatoren voor groei vormen”, aldus de autofabrikant. “Door zijn activiteiten en technologieën op het gebied van thermische en hybride motoren en transmissies te bundelen, wil de Renault Groep het potentieel van zijn technologieën kracht bij zetten, maar ook zijn steentje bijdragen tot de ontwikkeling van brandstoffen met een lage uitstoot.” 

De fabrikant heeft fabrieken voor aandrijflijnen in Spanje, Portugal, Turkije, Roemenië, Brazilië, Chili en Argentinië. Net zoals de eenheid voor elektrische voertuigen, zou de afdeling voor hybride technologieën en verbrandingsmotoren tegen 2023 10.000 werknemers buiten Frankrijk tellen. 

“Renaulution” 

De plannen kaderen in het bredere strategische plan van het “Renaulution” strategisch plan van de autobouwer dat het bedrijf begin dit jaar aankondigde en dat een herziening inhoudt van zijn activiteiten op het gebied van verbrandingsmotoren en elektrische voertuigen. Volgens Renault zal dit de efficiëntie en de prestaties helpen optrekken, met als doel elke eenheid te ontwikkelen op basis van haar individuele sterktes. 

Ford koestert soortgelijke plannen. De Amerikaanse autobouwer wil afzonderlijke eenheden voor elektrische voertuigen en verbrandingsmotoren creëren om te concurreren met elektrische spelers zoals Tesla en andere traditionele fabrikanten, die hun elektrificatiedoelstellingen ook optrekken. De beslissing van Renault om zijn afdeling elektrische voertuigen af te splitsen, kan het bedrijf helpen om de volledige waarde van zijn eenheid te ontsluiten en tegelijk de groei op de florerende elektrische markt een duwtje in de rug te geven. 

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.

De ACEA vindt dat er 14.000 openbare oplaadpunten per week nodig zijn voor elektrische voertuigen

De consensus is duidelijk: Europa heeft nood aan meer openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen om tegemoet te komen aan de stijgende verkoop van elektrische auto’s in de regio – en de oplaadinfrastructuur zal dit tempo moeten bijhouden. De European Automobile Manufacturers’ Association (Europese vereniging van autofabrikanten – ACEA) zette dit in perspectief: de EU moet 14.000 openbare oplaadpunten per week installeren om tegen 2030 de klimaatdoelstellingen voor elektrische voertuigen te halen. Momenteel worden per week slechts 2000 openbare oplaadpunten geïnstalleerd. 

De automobielorganisatie maakt zich zorgen over de trage installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen en wil dat de EU-lidstaten meer investeren in oplaadinfrastructuur voor alle soorten elektrische voertuigen zoals auto’s, bestelwagens, vrachtwagens en bussen. Ze wees erop dat er in 2021 1,7 miljoen elektrische voertuigen verkocht, dat is tien keer zoveel vergeleken met de vorige vijf jaar. 

De ontwikkeling van de oplaadinfrastructuur zal de tred moeten bijhouden met deze snelle toename van elektrische voertuigen. De ACEA verwees naar een analyse van McKinsey waaruit blijkt dat er tegen het einde van het decennium tot 6,8 miljoen plug-inlocaties nodig zijn om de CO2-uitstoot van personenauto’s in de EU met 55% terug te dringen. Dit cijfer is bijna twee keer zo hoog als wat de Europese Commissie voorstelt in haar voorstel voor een verordening inzake de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (Alternative Fuels Infrastructure Regulation – AFIR). 

Informatiefiche infrastructuur voor alternatieve brandstoffen 

Bron: ACEA 

Investeringen in oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen 

“De overgang naar nul is een race op lange termijn,” zei ACEA-voorzitter en CEO van BMW Oliver Zipse. “De belangrijkste uitdaging is nu alle lidstaten ervan te overtuigen de uitrol van de nodige oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen sneller te laten verlopen. We moeten het voorstel van de AFIR zeker ambitieus afronden, zowel wat betreft het tijdschema als de doelstellingen voor elk EU-land.” 

In een recent gepubliceerde onderzoekspaper stelt de ACEA dat er 280 miljard euro aan investeringen nodig is om de partucliere en openbare oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in Europa uit te breiden, waarbij de EU-landen ook een aanzienlijk deel van dat geld moeten investeren in de modernisering van het netwerk en hernieuwbare energie. In de paper worden de jaarlijkse kosten voor de openbare oplaadinfrastructuur alleen al geraamd op 8 miljard euro, waarbij ook rekening wordt gehouden met investeringen in 5G en snel internet. 

Haar aanbeveling is dat een evenwicht tussen particuliere en openbare investeringen zou zorgen voor een snelle opbouw van de oplaadinfrastructuur in heel Europa, zeker voor openbaar opladen op straat. Dit is een must voor eigenaars van elektrische voertuigen zonder oplaadpunt thuis.  

Masteroplaadplan 

De ACEA timmerde aan een masteroplaadplan voor elektrische voertuigen in de EU, waarin oplaadinfrastructuur, energievoorziening en het netwerk worden bekeken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de infrastructuur voor zware voertuigen. Volgens de paper zijn er tegen 2030 279.000 elektrische oplaadpunten voor vrachtwagens nodig, waarvan 84% in wagenpark-hubs. 

Om de uitrol van de oplaadinfrastructuur sneller te laten verlopen, beveelt de ACEA aan om het goedkeuringsproces voor de infrastructuur te stroomlijnen, de coördinatieorganen van de EU en van de verschillende landen duidelijk te definiëren, slimme aanmoedigingsprogramma’s te implementeren, toegang tot financiering te bieden en een brede uitrol van slim opladen te garanderen. 

“Een totale investering van ongeveer 1000 miljard euro tegen 2050 in oplaadinfrastructuur (openbaar en niet-openbaar), verbeteringen aan het netwerk en hernieuwbare energiebronnen zijn nodig om de transformatie naar elektrische mobiliteit op de weg in [de] EU te voltooien”, vermeldt de paper. 

De publicatie van de paper komt op het juiste moment, aangezien de EU momenteel onderhandelt over het AFIR-voorstel, dat doelstellingen bepaalt voor de minimumcapaciteit en de maximumafstand tussen oplaad- en waterstofpunten langs het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) waaraan de lidstaten moeten voldoen. 

Net zoals de ACEA, stelde de International Council on Clean Transportation (Internationale Raad voor Schoon Vervoer –ICCT) recent vast dat er 80% meer oplaadcapaciteit nodig is dan de AFIR suggereert. De ICCT stelt geen uniforme aanpak voor om de oplaadinfrastructuur uit te rollen, maar stelt voor te focussen op locaties waar de oplaadpunten het meest nodig zijn, d.w.z. in landen waar meer elektrische voertuigen zullen rijden. 

De onderzoekspaper van de ACEA heeft geen betrekking op oplaadpunten die nodig zijn in het VK, dat uit de EU stapte na de Brexit. De regering van het land kondigde onlangs plannen aan om haar oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen uit te breiden tot 300.000 oplaadpunten tegen 2030, wat neerkomt op ongeveer 668 eenheden per week. 

Deze inhoud werd u aangeboden door Autovista24.

Let op: dit artikel is een vertaling van het origineel dat in het Engels is gepubliceerd op Autovista24 en kan daarom kleine grammaticale fouten bevatten. In geval van discrepantie of inconsistentie tussen de vertaling en de Engelse versie, heeft de Engelse versie altijd voorrang.